Naar inhoud springen

Geröll

Uit WikiWoordenboek
  • Ge·röll
Naar frequentie 41020
enkelvoud meervoud
nominatief das Geröll die Gerölle
genitief des Gerölls der Gerölle
datief dem Geröll den Geröllen
accusatief das Geröll den Geröllen

Geröll, o

  1. (geologie) keien, rolkeien, rolstenen
    «Im Bezirk der genannten Bergwerke sind außerdem im Laufe dieses Jahres goldhaltige Gerölle entdeckt worden, die höchst beträchtliche Ausbeute für die Goldwäsche versprechen.[1] »
    In de loop van dit jaar werden in het gebied van de genoemde mijnen ook goudhoudende keien ontdekt, die een zeer aanzienlijke opbrengst beloven voor de goudwinning.
  • Geröll und Schlamm
  • nachstürzendes Geröll
  1. Kurzgefaßte Nachrichten
    Krant: Augsburger Ordinari Postzeitung von Staats-, gelehrten, historisch- u. ökonomischen Neuigkeiten (Augsburger Postzeitung), Nro. 6, den 7. Januar 1830, vierte Seite