Hendrik

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  Hendrik    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈhɛndrɪk / (2 lettergrepen)
  • (Noord-Nederland): /ˈhɛndrɪk/
  • (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /ˈhɛndrɪk/

Woordafbreking

• Hen·drik

Woordherkomst en -opbouw

• Germaanse naam, samensteld uit de woorden heem ("woning, huis") en rijk (in namen: "heerser") met een welluidendheids-d.

	enkelvoud	bezitsvorm	meervoud
naamwoord	Hendrik	Hendriks	Hendrikken
verkleinwoord	Hendrikje	Hendrikjes	Hendrikjes

Eigennaam

Hendrik m

1. (mannelijke naam) mannelijke voornaam met de betekenis "heer van het huis"
2. spelwoord van het Nederlandse spellingalfabet voor de letter h

Synoniemen

• [2] hotel

Hyperoniemen

• [2] spellingalfabet

Uitdrukkingen en gezegden

• brave hendrik

Vertalingen

    1. mannelijke voornaam   

Duits: Heinrich (de) m Engels: Henry (en) m

Frans: Henri (fr) m Italiaans: Enrico (it) m

    2. spelwoord voor de letter h   

Duits: Heinrich (de) Engels: Harry (en)

Frans: Henri (fr) Spaans: Honduras (es) Italiaans: Hacca (it)

Gangbaarheid

• Het woord 'Hendrik' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.