Naar inhoud springen

aardappelakker

Uit WikiWoordenboek


  • aard·ap·pel·ak·ker
enkelvoud meervoud
naamwoord aardappelakker aardappelakkers
verkleinwoord aardappelakkertje aardappelakkertjes

de aardappelakkerm [1]

  1. (landbouw) stuk land waarop aardappels worden verbouwd
     Als ze weer bij een open veld aankomen blijven ze staan. 'Nog een akker?' 'Aardappelakker. Vroeger. Dat klinkt als de titel van een boek dat Dora niet zou uitlezen.[2]
     RIJSSEN - Vooral voor de biodiversiteit maakt Rijssen-Holten werk van het inzaaien van akkerranden in het buitengebied. Op aanvraag stelt de gemeente een bloemenzaadmengsel beschikbaar, opdat onder meer mais-, tarwe- en aardappelakkers omzoomd worden door een veelheid aan kleur. Want het oog wil ook wat.[3]


  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. “Onder buren” (2021), Ambo/Anthos uitgevers op Wikipedia, ISBN 9789026356186
  3. Bronlink geraadpleegd op 20 september 2024 Weblink bron
    Ronald Vrugteman
    “‘Laat duizend bloemen bloeien’ en vooral in akkerranden en bermen in Rijssen-Holten” (18-03-2021), Tubantia