Naar inhoud springen

bày

Uit WikiWoordenboek

bày

  1. tentoonstellen: uitspreiden opdat men ernaar kan kijken
    bày đồ hàng để bán – koopwaar tentoonspreiden om te verkopen
    bày tranh triển lãm – schilderijen tentoonstellen
  2. schikken, uitspreiden: opstellen volgens een welbepaalde orde
    Thì trân thức thức sẵn bày. (Truyen Kieu) – Exquisiteiten en allerhande voorwerpen klaarzetten.
    bày bàn ghế – de meubelen schikken
    bày thức ăn lên bàn – de gerechten op tafel schikken
  3. zich tonen
    Cảnh tranh giành bày ra trước mặt. – De ruzie speelt zich voor zijn ogen af.
    gầy bày cả xương sườn ra – zo mager dat je de ribben er ziet uitsteken
  4. aanwijzen, voordoen
    bày cho cách tiến hành – de manier van werken voordoen
  5. een manier zoeken om zijn doel te bereiken
    Thua cuộc này, bày cuộc khác. (Truong Chinh) – Is dit verloren, dan zoeken we iets anders.
  6. zich uiten: zijn ideeën duidelijk maken
    Sự mình nàng mới gót đầu bày ngay (Truyện Kiều)
    chút niềm tâm sự dám bày cùng ai – Met niemand je gevoelens kunnen uiten.
  7. organiseren, voorbereiden
    Chưa xong tiệc rượu lại bày trò chơi. (Truyen Kieu) – Het diner was nog niet voorbij of ze vond al spelletjes uit.
    bày mưu tính kế – strategieën uitvinden en voorbereiden