basketbalschoen

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  basketbalschoen    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• bas·ket·bal·schoen

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  basketbal zn  en  schoen zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	basketbalschoen	basketbalschoenen
verkleinwoord	basketbalschoentje	basketbalschoentjes

Zelfstandig naamwoord

de basketbalschoen m

1. (sport) (schoeisel) speciale schoen voor het spelen van basketbal

Gangbaarheid

• Het woord basketbalschoen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.