Naar inhoud springen

basset

Uit WikiWoordenboek
  • bas·set
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘hondensoort’ voor het eerst aangetroffen in 1865 [1] [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord basset bassets
verkleinwoord - -

de bassetm

  1. gevlekte 'drijvende' jachthond met korte poten en hangoren
66 % van de Nederlanders;
51 % van de Vlamingen.[3]