Naar inhoud springen

braut

Uit WikiWoordenboek
Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: Braut


braut

  1. eerste persoon enkelvoud verleden tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van brjóta
  • ég braut
ik brak

braut

  1. derde persoon enkelvoud verleden tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van brjóta
  • hann / hún / það braut
hij / zij / het brak

braut

  1. derde persoon enkelvoud verleden tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van brjóta (onpersonlijk gebruik met pseudosubject 'það' (= het))
  • það braut
het brak

braut

  1. verleden tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van brjóta (onpersonlijk gebruik met accusatiefobject: mig, þig, hann / hana / það, okkur, ykkur, þá, þær, þau (= mij, jou / u, hem / haar / het, ons, jullie / u, hun / ze))
  • braut okkur
brak ons


braut

  1. verouderde spelling of vorm van brøt tot 2005
(verouderd) voltooid deelwoord van bryte

braut

  1. verouderde spelling of vorm van brøyt tot 2005
(verouderd) voltooid deelwoord van bryte


  • braut

braut

  1. verleden tijd van bryta

braut

  1. verleden tijd van bryte