centre
Uiterlijk
enkelvoud | meervoud |
---|---|
centre | centres |
centre
- (Brits-, Iers-, Canadees-, Australisch- en Nieuw-Zeelands-Engels) centrum, midden
- «He did not even try to park in the centre of the city.»
- Hij probeerde niet eens om in het midden van de stad te parkeren.
- «He did not even try to park in the centre of the city.»
- (Brits-, Iers-, Canadees-, Australisch- en Nieuw-Zeelands-Engels) centrum, instituut
- «He was on his way to a centre for cancer research.»
- Hij was op weg naar een centrum voor kankeronderzoek.
- «He was on his way to a centre for cancer research.»
- (VS): center
enkelvoud | meervoud | ||
---|---|---|---|
zonder lidwoord | met lidwoord | zonder lidwoord | met lidwoord |
centre | le centre | centres | les centres |
centre m
vervoeging van |
---|
centrer |
centre
- eerste en derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (indicatif présent) van centrer
- eerste en derde persoon enkelvoud tegenwoordige aanvoegende wijs (subjonctif présent) van centrer
- tweede persoon enkelvoud gebiedende wijs (impératif présent) van centrer
vervoeging van |
---|
centrar |
centre
Categorieën:
- Woorden in het Engels
- Woorden in het Engels van lengte 6
- Zelfstandig naamwoord in het Engels
- Woorden in het Frans
- Woorden in het Frans van lengte 6
- Woorden in het Frans met audioweergave
- Zelfstandig naamwoord in het Frans
- Werkwoordsvorm in het Frans
- Woorden in het Spaans
- Woorden in het Spaans van lengte 6
- Werkwoordsvorm in het Spaans