Naar inhoud springen

flate

Uit WikiWoordenboek
  • fla·te
  • Zelfstandig naamwoord: afkomstig van het Oudnoorse werkwoord flati en in namen van steden flata
Naar frequentie 9327

flate, m / v / o

  1. bepaalde vorm enkelvoud van de stellende trap van flat

flate, mv

  1. onbepaalde en bepaalde vorm meervoud van de stellende trap van flat
vervoeging
onbepaalde wijs flate
tegenwoordige tijd flater
verleden tijd flata
flatet
voltooid
deelwoord
flata
flatet
onvoltooid
deelwoord
flatende
lijdende vorm flates
gebiedende wijs flat
vervoegingsklasse Klasse 2 zwak
opmerking

flate

  1. overgankelijk gladmaken, gladstrijken
  • gjøre flat


  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   flate     m: flaten
v: flata  
  flater     flatene  
genitief   flates     m: flatens
v: flatas  
  flaters     flatenes  

flate, m / v

  1. vlak, vlakte
  2. (aardrijkskunde) vlakte
  3. (wiskunde) oppervlakte


  • fla·te
  • Zelfstandig naamwoord: afkomstig van het Oudnoorse werkwoord flati en in namen van steden flata

flate, m /v / o

  1. bepaalde vorm enkelvoud van de stellende trap van flat

flate, mv

  1. onbepaalde en bepaalde vorm meervoud van de stellende trap van flat
vervoeging
onbepaalde wijs flate
flata
tegenwoordige tijd flatar
verleden tijd flata
voltooid
deelwoord
flata
onvoltooid
deelwoord
flatande
lijdende vorm flatast
gebiedende wijs flat
flata
flate
vervoegingsklasse Klasse 2 zwak
opmerking

flate

  1. overgankelijk gladmaken, gladstrijken
  • gjere flat


Zelfstandig naamwoord 1:
m enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   flate     flaten     flatar     flatane  

flate, v

  1. (aardrijkskunde) vlakte
  • flate, v (zie Zelfstandig naamwoord 2)
Zelfstandig naamwoord 2:
v enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   flate     flata     flater     flatene  

flate, v

  1. vlak, vlakte
  2. (aardrijkskunde) vlakte
  3. (wiskunde) oppervlakte
  • [2]: flate, m (zie Zelfstandig naamwoord 1)