graf
Uiterlijk
- Geluid: graf (hulp, bestand)
- IPA: / ɣraf / (1 lettergreep)
- (Noord-Nederland): /χrɑf/
- (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /ɣrɑf/
- graf
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | graf | graven |
verkleinwoord | grafje | grafjes |
het graf o
- ruimte om één of meer lijken in te begraven
- Daarop moesten medewerkers van een begraafplaats een extra groot graf uitgraven.
- plaats waar één of meer lijken begraven liggen
- Algemene graven worden minstens 10 jaar in stand gehouden.
- ▸ En over zijn graf werd een prachtige kerk gebouwd, die het middelpunt werd van de Nicolaasverering.[3]
- dubbelgraf, familiegraf, koepelgraf, massagraf, oorlogsgraf, praalgraf, schachtgraf, vorstengraf, zeemansgraf
|
- [1-2] begraafplaats, begraven, kerkhof, tombe
1. ruimte om één of meer lijken in te begraven
2. plaats waar één of meer lijken begraven liggen
- Het woord graf staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "graf" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "graf" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ graf op website: Etymologiebank.nl
- ↑ “Het hele jaar rond: van Sinterklaas tot Sintemaarten” (1973), Lemniscaat , p. 10
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
- IPA: /χraf/
- graf
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | graf | grafte |
graf
graf
- grafiek; een grafische voorstelling van een verzameling gegevens
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- graf
graf m
- grafiek; een grafische voorstelling van een verzameling gegevens
- (wiskunde) graaf; een verzameling punten, knopen genoemd, waarvan sommige verbonden zijn door lijnen, de zijden, kanten, takken of bogen
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- IPA: /graf/
- graf
- grafiek; een grafische voorstelling van een verzameling gegevens
- (wiskunde) graaf; een verzameling punten, knopen genoemd, waarvan sommige verbonden zijn door lijnen, de zijden, kanten, takken of bogen
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
nominatief | graf | grafy |
genitief | grafu | grafů |
datief | grafu | grafům |
accusatief | graf | grafy |
vocatief | grafe | grafy |
locatief | grafu | grafech |
instrumentalis | grafem | grafy |
- koláčový graf monbezield
- neorientovaný graf monbezield
- orientovaný graf monbezield
- teorie grafů monbezield
- úplný graf monbezield
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 4
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 1 lettergreep in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 100 %
- Prevalentie Vlaanderen 99 %
- Woorden in het Afrikaans
- Woorden in het Afrikaans met IPA-weergave
- Woorden in het Afrikaans met audioweergave
- Zelfstandig naamwoord in het Afrikaans
- Woorden in het Middelengels
- Zelfstandig naamwoord in het Middelengels
- Woorden in het Pools
- Woorden in het Pools met IPA-weergave
- Woorden in het Pools met audioweergave
- Zelfstandig naamwoord in het Pools
- Woorden in het Slowaaks
- Zelfstandig naamwoord in het Slowaaks
- Wiskunde in het Tsjechisch
- Woorden in het Tsjechisch
- Woorden in het Tsjechisch met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Tsjechisch
- Mannelijk zelfstandig naamwoord in het Tsjechisch
- Onbezield mannelijk zelfstandig naamwoord in het Tsjechisch