grovelijk
Uiterlijk
- gro·ve·lijk
grovelijk
- op een heel grove, stuitende manier
- ▸ Bijvoorbeeld als een werkgever grovelijk de verplichtingen niet nakomt die voortvloeien uit de arbeidsovereenkomst en er als gevolg een verstoorde arbeidsverhouding ontstaat of als een werkgever een valse grond voor ontslag aanvoert, met als enig oogmerk een onwerkbare situatie te creëren.[1]
- ▸ Ook dié jongeren snakken naar woonruimte. Ik hoop dat Bolhuis zijn plannen kan waarmaken en dan niet alleen voor de dakloze jongeren. Maar ik denk eerder, dat hij de haalbaarheid van zijn plannen - alle goede intenties ten spijt - grovelijk onderschat.[2]
- Het woord grovelijk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "grovelijk" herkend door:
55 % | van de Nederlanders; |
52 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ Weblink bron David Bremmer“Pianist wint zaak: Joop van den Endes Stage Entertainment moet 80.000 euro betalen” (01-03-2018), Tubantia
- ↑ Weblink bron “’Gun jongeren eigen woonruimte’” (04 mei 2019), De Telegraaf
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be