houtsnijder
Uiterlijk
- Geluid: houtsnijder (hulp, bestand)
- hout·snij·der
- afgeleid van houtsnijden met het achtervoegsel -er
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | houtsnijder | houtsnijders |
verkleinwoord | - | - |
de houtsnijder m
- (beroep) beoefenaar van de houtsnijkunst
- Vroeger werkte een houtsnijder zijn hele leven in één of twee stijlen.[1]
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord houtsnijder staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.