ijsbloem
Uiterlijk
- ijs·bloem
- samenstelling van ijs en bloem
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ijsbloem | ijsbloemen |
verkleinwoord | ijsbloemetje | ijsbloemetjes |
- afzettingen van ijskristallen (op een koud raam) die vanwege hun vorm lijken op bloemen
- Ik kom aan in een steenkoud huis. Voor haar vertrek heeft de comtesse waarschijnlijk de verwarming op de laagste stand gezet, want er staan ijsbloemen op mijn ramen en onder de vensterbanken hebben zich ijspegels gevormd.[1]
- Het woord ijsbloem staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "ijsbloem" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Spoor, HendrickeVader en dochter 2015 ISBN 978-94-6003896-9 pagina 226
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be