keukendeur
Uiterlijk
- Geluid: keukendeur (hulp, bestand)
- keu·ken·deur
- samenstelling van keuken en deur
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | keukendeur | keukendeuren |
verkleinwoord | keukendeurtje | keukendeurtjes |
- een deur binnenshuis die toegang geeft tot de keuken
- ▸ Bij de zware keukendeur, die op een kier stond, werd me de pas afgesneden door een onzichtbare muur van geluid en geuren, kletterende pannen, gedempt geroep, de geur van gebraden kip en brood in de oven.[1]
- Het woord keukendeur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "keukendeur" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Danielle Teller (vert. Marja Borg)“Er was eens iets anders” (2018), Ambo/Anthos uitgevers , ISBN 9789026346477
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be