Naar inhoud springen

kroegbaas

Uit WikiWoordenboek
  • kroeg·baas
enkelvoud meervoud
naamwoord kroegbaas kroegbazen
verkleinwoord kroegbaasje kroegbaasjes

de kroegbaasm

  1. (beroep), (horeca) iemand die een kroeg bedrijft
     De kroegbaas had vandaag overleg met burgemeester Hans Beenakker van Tiel.[1]
99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[2]
  1. Bronlink geraadpleegd op 12 oktober 2018 “Tielse cafébaas schrapt taaleis na beschuldigingen van discriminatie” (7 mei 2018), RTL Nieuws
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be