laxatief
Uiterlijk
- laxa·tief
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | laxatief | laxatiever | laxatiefst |
verbogen | laxatieve | laxatievere | laxatiefste |
partitief | laxatiefs | laxatievers | - |
laxatief
- (medisch) de stoelgang bevorderend
- Dit heeft een sterk laxatieve werking.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | laxatief | laxatieven |
verkleinwoord | laxatiefje | laxatiefjes |
het laxatief o
- (medisch) een stof die de stoelgang bevordert
- Deze stof is een laxatief.
- Het woord laxatief staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "laxatief" herkend door:
52 % | van de Nederlanders; |
79 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 8
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands
- Medisch in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 52 %
- Prevalentie Vlaanderen 79 %