leviet
Uiterlijk
Niet te verwarren met: Leviet |
- le·viet
- Herkomst: Hebreeuws (gangbare Nederlandse versie), letterlijk: volgens Gen. 29:34 verband met 'zich aansluiten' [1]
- afgeleid van Levi met het achtervoegsel -iet
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | leviet | levieten |
verkleinwoord |
- (Jiddisch-Hebreeuws) persoon met een functie in de tempel van de uit Levi voortgekomen stam van Israël
- Hoofdlettergebruik: benaming persoon: Leviet; benaming functie: leviet
- Het woord leviet staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "leviet" herkend door:
54 % | van de Nederlanders; |
74 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Stichting Hebreeuwse en Jiddisje woorden in het Nederlands
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Jiddisch-Hebreeuws in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 6
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Achtervoegsel -iet in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 54 %
- Prevalentie Vlaanderen 74 %