lom
Uiterlijk
- lom
- [1] misschien verwant met lam bn en loom bn , als verwijzing naar traagheid [1] [2]
- [2] van Noors lom, in de betekenis van ‘duikerhoen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1612 [3] [4] [5]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | lom | lommen |
verkleinwoord | - | - |
de lom m
- m (straalvinnigen) (voeding) bepaald soort zeevis, Brosme brosme , behorende tot de dorsvissen
- m (vogels) (verouderd) benaming voor vogels uit de orde Gaviiformes
- in het ijs uitgehakte opening, bijt [6] [7]
- o (onderwijs) (geschiedenis) tot 1998 gegeven onderwijs op Nederlandse scholen voor kinderen met leer- en opvoedingsmoeilijkheden
- [2] duiker
- [1] kabeljauwen, kabeljauwachtigen, kabeljauwachtige beenvissen, beenvissen, straalvinnigen, beenvisachtigen, chordadieren, dieren
- [4] lomschool
1. zeevis, behorende tot de dorsvissen
- Het woord lom staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "lom" herkend door:
38 % | van de Nederlanders; |
27 % | van de Vlamingen.[8] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ lom op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ lom op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "lom" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ lom op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
lom m
- IPA: /lɔm/
- lom
- Afgeleid van het Proto-Slavische *lomъ
- groeve, steengroeve
- «Koupání v tom lomu je kvůli vzácné žabě zakázané.»
- Zwemmen in die groeve is vanwege een zeldzame kikker verboden.
- «Koupání v tom lomu je kvůli vzácné žabě zakázané.»
- breuk
- «Na lomu je patrné, že byla vada materiálu už od výroby.»
- Aan de breuk is te herkennen dat het defect in het materiaal er al vanaf de productie was.
- «Na lomu je patrné, že byla vada materiálu už od výroby.»
- (natuurkunde) breking, lichtbreking, refractie
- «Při západu slunce se hory zbarvují vlivem lomu slunečních paprsků v atmosféře.»
- Bij zonsondergang verkleuren de bergen door de breking van zonstralen in de atmosfeer.
- «Při západu slunce se hory zbarvují vlivem lomu slunečních paprsků v atmosféře.»
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
nominatief | lom | lomy |
genitief | lomu | lomů |
datief | lomu | lomům |
accusatief | lom | lomy |
vocatief | lome | lomy |
locatief | lomu | lomech |
instrumentalis | lomem | lomy |
- Internetová jazyková příručka - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
- Slovník spisovného jazyka českého - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
- Příruční slovník jazyka českého - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
lom
- informeel tweede persoon enkelvoud gebiedende wijs van het imperfectieve werkwoord lomit
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 3
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 1 lettergreep in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Straalvinnigen in het Nederlands
- Vissen in het Nederlands
- Voeding in het Nederlands
- Vogels in het Nederlands
- Verouderd in het Nederlands
- Onderwijs in het Nederlands
- Geschiedenis in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 38 %
- Prevalentie Vlaanderen 27 %
- Woorden in het Slowaaks
- Zelfstandig naamwoord in het Slowaaks
- Woorden in het Tsjechisch
- Woorden in het Tsjechisch met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Tsjechisch
- Natuurkunde in het Tsjechisch
- Mannelijk zelfstandig naamwoord in het Tsjechisch
- Onbezield mannelijk zelfstandig naamwoord in het Tsjechisch
- Werkwoord in het Tsjechisch
- Werkwoordsvorm in het Tsjechisch