nauwelijks
Uiterlijk
- Geluid: nauwelijks (hulp, bestand)
- nau·we·lijks
- In de betekenis van ‘bijwoord van hoeveelheid: amper’ voor het eerst aangetroffen in 1512 [1]
- afgeleid van nauw met het achtervoegsel -lijks met het invoegsel -e- [2]
nauwelijks [3]
- net, op het nippertje, wel of niet
- ▸ Hoewel beide zaken cruciaal zijn voor een goed begrip van de huidige problemen in de ouderenzorg en derhalve ook voor het beleid in de toekomst, krijgen ze in het rapport nauwelijks aandacht.[4]
- ▸ Ondanks dat er honderd redenen zijn waarom iets niet kan of onhandig is, liet deze doodgewone familie uit Yorkshire zien dat het wel gewoon kan. Beter onderwijs voor je kinderen kan ik me nauwelijks voorstellen.[5]
1. slechts in geringe mate
- Het woord nauwelijks staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "nauwelijks" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[6] |
- ↑ "nauwelijks" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ nauwelijks op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Noud Engelen“Kwetsbare ouderen hebben beschermde woonomgeving nodig” (14 februari 2020), Trouw
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be