ne pas casser quatre pattes à un canard
Uiterlijk
- vaste verbinding van ne, pas, casser, quatre, pattes, à, un en canard, letterlijk: "niet de vier poten van een eend breken"[1]
ne pas casser quatre pattes à un canard
- (spreektaal) niet veel bijzonders zijn, niet veel soeps zijn
- «Ça ne casse pas quatre pattes à un canard.»
- Dat is niet veel soeps.
- «Ce concert ne cassait pas quatre pattes à un canard.»
- Dat concert was niet bepaald om over naar huis te schrijven.
- «Ça ne casse pas quatre pattes à un canard.»