opvoeding
Uiterlijk
- op·voe·ding
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | opvoeding | opvoedingen |
verkleinwoord | opvoedinkje | opvoedinkjes |
de opvoeding v
- (sociologie) het proces waarin iemand wordt gevormd naar de normen van diens opvoeders, en daarmee meestal de samenleving waarin hij leeft
- ▸ Ze had een aanstekelijke energie en we spraken al snel over zaken als conventies, opvoeding en hang naar vrijheid.[1]
- ▸ De eerste week zonder ijs waren de ochtendgebedbijeenkomsten hopeloos. Dat was het nieuwe onhandige woord omdat het niet langer alleen om ochtendgebeden en God ging, zoals enkele jaren geleden. Nu richtten ze zich meer op de opvoeding.[2]
- (sociologie) iemands algemene vorming en ontwikkeling
- [1] pedagogiek
- opvoedingsbegeleiding, opvoedingsgesticht, opvoedingshulp, opvoedingsinstantie, opvoedingsinstelling, opvoedingsinstituut, opvoedingsmanier, opvoedingsprobleem, opvoedingstherapeut, opvoedingstherapie, opvoedingswijze
1. het proces waarin iemand wordt gevormd naar de normen van diens opvoeders, en daarmee meestal de samenleving waarin hij leeft
2. iemands algemene vorming en ontwikkeling
- Het woord opvoeding staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "opvoeding" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“Echte Amerikaanse jeans” (2017), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044632767
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be