ordening
Uiterlijk
- or·de·ning
- Naamwoord van handeling van ordenen met het achtervoegsel -ing
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ordening | ordeningen |
verkleinwoord | - | - |
de ordening v
- een regelmatig, een aangebrachte orde, het tegendeel van chaos
- (wiskunde) een ordeningsrelatie in de wiskunde
- Het woord ordening staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "ordening" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be