oud-bisschop
Uiterlijk
- oud-bis·schop
- samenstelling van oud bn "voormalig" en bisschop zn , volgens spellingregel 6.I geschreven met een koppelteken
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | oud-bisschop | oud-bisschoppen |
verkleinwoord |
de oud-bisschop m
- (religie) voormalig bisschop
- Het woord oud-bisschop staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.