progress

Engels

Uitspraak

• zn: Geluid:  progress (VS)    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈpɹɑɡɹɛs/
• ww: Geluid:  progress (VS)    (hulp, bestand)
  • IPA: /pɹəˈɡɹɛs/

Woordherkomst en -opbouw

• via Middelengels progresse en Oudfrans progres van Latijn progressus

enkelvoud	meervoud
progress	(progresses)

Zelfstandig naamwoord

progress

1. vooruitgang
2. voortgang

vervoeging
onbepaalde wijs	to  progress
he/she/it	progresses
verleden tijd	progressed
voltooid deelwoord	progressed
onvoltooid deelwoord	progressing
gebiedende wijs	progress

Werkwoord

progress

1. onovergankelijk voortgaan
2. onovergankelijk vooruitgaan, zich ontwikkelen

Gangbaarheid

• In onderzoek van 2014-2018 door het Centrum voor Leesonderzoek werd "progress" herkend door:

100 %	van de Amerikanen;
99 %	van de Britten.