rechtvaardig

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  rechtvaardig    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• recht·vaar·dig

Woordherkomst en -opbouw

• In de betekenis van ‘handelend naar billijkheid’ voor het eerst aangetroffen in 1350
• Samenstellende afleiding van recht en vaart met het achtervoegsel -ig

	stellend	vergrotend	overtreffend
onverbogen	rechtvaardig	rechtvaardiger	rechtvaardigst
verbogen	rechtvaardige	rechtvaardigere	rechtvaardigste
partitief	rechtvaardigs	rechtvaardigers	-

Bijvoeglijk naamwoord

rechtvaardig

1. in overeenstemming met bepaalde ethische beginselen

   • Naar onze mening is dat is geen rechtvaardig besluit. 

Antoniemen

• onrechtvaardig

Afgeleide begrippen

• onrechtvaardigheid, rechtvaardigheid, rechtvaardiging, rechtvaardiglijk, rechtvaardigmaking

Verwante begrippen

• billijk, fair, gerechtigd

Vertalingen

    1. in overeenstemming met bepaalde ethische beginselen   

Duits: gerecht (de) Engels: just (en), fair (en), righteous (en) Frans: juste (fr), équitable (fr) Indonesisch: adil (id)

Italiaans: giusto (it), equo (it) Pools: sprawiedliwy (pl) Spaans: justo (es), equitativo (es) Zweeds: rättvis (sv)

Werkwoord

vervoeging van
rechtvaardigen

rechtvaardig

1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van rechtvaardigen
   

   • Ik rechtvaardig. 

2. gebiedende wijs van rechtvaardigen
   

   • Rechtvaardig! 

3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van rechtvaardigen
   

   • Rechtvaardig je? 

Gangbaarheid

• Het woord rechtvaardig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "rechtvaardig" herkend door:

99 %	van de Nederlanders;
99 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.