roverij
Uiterlijk
- ro·ve·rij
- Naamwoord van handeling van roven met het achtervoegsel -erij[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | roverij | roverijen |
verkleinwoord | - | - |
de roverij v
- (juridisch) het roven
- Het woord roverij staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "roverij" herkend door:
86 % | van de Nederlanders; |
77 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be