schermutselen
Uiterlijk
- scher·mut·se·len
- Het werkwoord is kennelijk gevormd op basis van of beïnvloed door Duits Scharmützel "handgemeen, klein conflict", in de betekenis van ‘kleine gevechten houden’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1704 [1]
- De oudere vorm is schermutsen "kleine gevechten houden", Middelnederlands scheermutsen, aangetroffen ca. 1460, uit Oudfrans escarmucher met dezelfde betekenis [2]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
schermutselen |
schermutselde |
geschermutseld |
zwak -d | volledig |
schermutselen [3]
- onovergankelijk op kleine schaal gevechten houden
- Het woord schermutselen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ "schermutselen" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ schermutselen op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).