stinkend
Uiterlijk
- stin·kend
vervoeging van: | stinken |
verbogen vorm: | stinkende |
stinkend
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | stinkend | stinkender | stinkendst |
verbogen | stinkende | stinkendere | stinkendste |
partitief | stinkends | stinkenders | - |
stinkend
- een onaangename geur verspreidend
- ▸ De strak opgemaakte kamer wist ik in no time te transformeren tot een stinkende rotzooi.[1]
- zeer, heel erg
- [1] onwelriekend
- [2] zijn stinkende best doenzich tot het uiterste inspannen
- [1] zachte heelmeesters maken stinkende wondeneen aanpak die te voorzichtig is maakt problemen erger
1.
- Het woord stinkend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "stinkend" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 8
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 2 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Werkwoordsvorm in het Nederlands
- Onvoltooid deelwoord in het Nederlands
- Bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 99 %