wereldkampioen
Uiterlijk
- we·reld·kam·pi·oen
- samenstelling van wereld en kampioen [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | wereldkampioen | wereldkampioenen |
verkleinwoord | - | - |
de wereldkampioen m
- (sport) persoon die of team dat tijdens een toernooi of competitie om de wereldtitel in een bepaalde tak van sport winnaar is
- Spanje werd wereldkampioen in Zuid-Afrika.
- Hij werd wereldkampioen sprint.
1. persoon die of team dat tijdens een toernooi of competitie om de wereldtitel in een bepaalde tak van sport winnaar is
- Het woord wereldkampioen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "wereldkampioen" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ wereldkampioen op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be