Use LEFT and RIGHT arrow keys to navigate between flashcards;
Use UP and DOWN arrow keys to flip the card;
H to show hint;
A reads text to speech;
90 Cards in this Set
- Front
- Back
Waar staat EMV-score voor? |
E = openen van de ogen M = motorische reactie V = verbale reactie |
|
Wat voer je uit als je een EMV-score afneemt? |
Glasgow coma scale |
|
Uit welke delen bestaan de hersenen? |
1. Hersenstam 2. Grote hersenen 3. Kleine hersenen |
|
Hoeveel paar hersenzenuwen heeft een mens? |
12 paar en 31 paar ruggenmergzenuwen met dorsale en ventrale wortels |
|
Uit welke 4 delen bestaat de hersenstam? |
1. Het diencephalon 2. De middenhersenen 3. De pons 4. Het verlengde merg |
|
Wat is de functie van het diencephalon? |
Bevat 2 functionele kernen: 1. Hypothalamus: Deze reguleert het autonome zenuwstelsel 2. Thalamus: registreert de sensortechnologie impulsen en geleidt deze verder naar de hersenschors en hypothalamus |
|
Wat reguleert het autonome zenuwstelsel (hypothalamus)? |
1. Stressreductie 2. Slaap 3. Eetlust 4. Lichaamstemperatuur 5. Vochtbalans 6. Emoties |
|
Waar zijn de middenhersenen verantwoordelijk voor? |
1. Motorische coördinatie 2. Gepaarde oogbewegingen |
|
Wat is functie van de pons? |
1. Reguleert de onwillekeurige ademhalingsreflexen 2. Bevat projectiebanen tussen het ruggenmerg, het verlengde merg en de hersenen |
|
Wat is de functie van het verlengde merg? |
1. Bevat centra voor het reguleren van het hart, de ademhaling, het braken en de vasomotorische reflexen 2. Alle afferente en efferente zenuwbanen tussen het ruggenmerg en de hersenen lopen door het verlengde merg |
|
Welke 12 paar hersenzenuwen heeft de mens? |
1. Nervus olfactorius 2. Nervus opticus 3. Nervus oculomotorius 4. Nervus trochlearis 5. Nervus trigeminus 6. Nervus abducens 7. Nervus facialis 8. Nervus vestibulocochlearis (Nervus acousticus) 9. Nervus glossopharyngeus 10. Nervus vagus 11. Nervus accessorius 12. Nervus hypoglossus |
|
In welke 4 kwabben zijn de 2 hersenhelften verdeeld? |
1. De voorhoofds kwab 2. De pariëtale kwab 3. De slaapkwab 4. De achterhoofdskwab |
|
Wat is de functie van de voorhoofd kwab? |
Reguleert: emoties, beoordelingsvermogen, motorische functies, motorische spraakgebied |
|
Wat is de functie van de pariëtale kwabben? |
1. Integreren algemene gewaarwording 2. Interpreteren pijn 3. Interpreteren tast 4. Interpreteren temperatuur 5. Reguleren het onderscheidingsvermogen |
|
Wat is functie van de slaapkwab? |
Bevat het auditieve centrum en het sensorische spraakventrum |
|
Wat is de functie van de achterhoofdskwab? |
Bevat het gezichtscentrum |
|
Wat is de functie van de kleine hersenen? |
Coördineren spierbewegingen, houding, evenwicht en spiertonus |
|
Wat is de functie van de nervus Olfactorius? |
Sensorische zenuw om geur te herkennen |
|
Wat is de functie van de nervus Opticus? |
Sensorische zenuw, geleid sensorische informatie vanaf het netvlies |
|
Wat is de functie van de nervus Oculomotorius? |
Motorische zenuw: reguleert 4 van de 6 oogbewegingsspieren, reguleert de spieren die de pupillen vernauwen en stuurt het straallichaam van de oogbol aan
|
|
Wat is de functie van de nervus Trochlearis? |
Motorische zenuw: stuurt de uitwendige rechte oogspier aan (beweegt de ogen naar buiten) |
|
Functie van de nervus Trigeminus? |
Gemengde zenuw met 3 sensorische takken en 1 motorische tak: de tak die naar het oog loopt, is verantwoordelijk voor het hoornvliesrelfex |
|
Wat merk je aan een patiënt als je de functie van de nervus Trigeminus controleert? |
Geeft blijk van normale gewaarwordingen van het aangezicht, klemt kiezen op elkaar zonder zijwaartse afwijking van de kaken; knippert als een luchtstroom tegen het hoornvlies komt. |
|
Wat merk je aan de patiënt bij het onderzoek aan de nervus Trochlearis? |
Beweegt het oog naar rechts, omhoog, omlaag en naar links. |
|
Wat merk je aan de patiënt als je de functie van de nervus Oculomotorius onderzoekt? |
Reageert op licht: pupillen trekken samen; verplaatst de ogen naar het midden; beweegt bovenste ooglidomhoog. |
|
Wat merk je aan de patiënt als je de nervus Opticus onderzoekt? |
Geeft er blijk van dat hij scherp kan zien; kan bijvoorbeeld krant lezen |
|
Wat is de functie van de nervus Abducens? |
Motorische zenuw: stuurt de uitwendige rechte oogspier aan |
|
Wat merk je aan de patiënt als je de nervus Abducens onderzoekt? |
Beweegt ogen naar buiten |
|
Functie nervus Facialis? |
Gemengde zenuw: tastzin op het voorstel gedeelte van de tong, motorische impulsen naar klieren van de neus, het gehemelte, de traanklier, de speekselklier onder de bovenkaak en onder de tong; motorische impulsen naar de spier die het tongbeen omhoog beweegt; stuurt gelaatsuitdrukkingen aan en sluit de oogleden |
|
Wat merk je aan de patiënt als je de nervus Facialis onderzoekt? |
Trekt wenkbrauwen op; blaast wangen op; herkent smaken (suiker, zout). |
|
Wat is de functie van de nervus Acousticus? |
Sensorische zenuw met 2 functies: het gehoor en de halfcirkelvormige kanalen (evenwichtsorgaan) |
|
Wat merk je aan de patiënt als je de nervus Acousticus onderzoekt? |
Hoort fluisteren met elk oor afzonderlijk |
|
Wat is de functie van de nervus Glossopharyngeus? |
Gemengde zenuw: motorische zenuw innerveert oorspeekselklier; sensorische zenuw inneveert buis van Eustachius en dorsale gedeelte van de smaakpapillen. |
|
Wat merk je aan de patiënt als je de nervus Glossopharyngeus onderzoekt? |
Reageert met braakreflex op tongspatel wanneer deze de achterkant van de tong raakt |
|
Wat is de functie van de nervus Vagus? |
Gemengde zenuw: motorische tak naar de keel- en strottenhoofdspieren en naar de organen in borst- en buikholte; sensorisch gedeelte is verbonden met de oorschelp en met organen in borst- en buikholte |
|
Wat merk je aan de patiënt als je de nervus Vagus onderzoekt? |
Reageert met braakreflex op tongspatel wanneer deze achterkant van de tong raakt |
|
Wat is de functie van de nervus Accessorius? |
Motorische zenuw: innerveert de borstbeen-sleutelbeen-tepelspier en monnikskapspier |
|
Wat merk je aan de patiënt als je de nervus Accessorius onderzoekt? |
Haalt schouders op |
|
Wat is de functie van de nervus Hypoglossus |
Motorische zenuw: stuurt tongspieren aan |
|
Wat merk je aan de patiënt als je de nervus Hypoglossus onderzoekt? |
Steekt tong recht naar voren uit, zonder afwijking van de middenlijn |
|
Werkwijze GCS? |
1. Observeer op spontane activiteit 2. Observeer bij aanspreken 3. Geen reactie? Dien pijnprikkels toe aan beide zijden van het lichaam (druk uitoefenen nagelbed) 4. Observeer het openen van de ogen, de verbale reactie en de motorische reactie van de armen 5. Noteer de score |
|
Wanneer dien je geen pijnprikkels toe tijden het vaststellen van de EMV score? |
1. Gesedeerde/verslapte patiënten 2. Patiënten met een lichaamstemperatuur < 33 °C |
|
Beschrijf de scores van de E van de EMV-score |
E4 opent de ogen spontaan E3 opent ogen na verbale prikkel E2 opent ogen naar pijnprikkels E1 opent ogen niet |
|
Beschrijf de scores van de M van de EMV-score |
M6 voert opdracht uit M5 probeert zich van de pijnprikkel te ontdoen M4 is niet in staat de pijnprikkels te lokaliseren of zich ervan te ontdoen M3 buigt armen op een abnormale manier bij pijnprikkel M2 strekt de armen op abnormale manier bij pijnprikkel M1 geen reactie op pijnprikkel |
|
Beschrijf de scores van de V van de EMV-score |
V5 georiënteerd in tijd, plaats, persoon V4 gedesoriënteerd in tijd, plaat of persoon V3 inadequaat gebruikt woorden of zinnen met weinig samenhang V2 onverstaanbaar alleen klanken, gegrom V1 geen reactie maakt geen geluid, spreekt niet |
|
Geef aan wat de score bij de GCS weergeven? |
Normaal: score van 15 Afwijkend: score onder de 15 Comateus: score van 7 of minder |
|
Hoeveel cervicale ruggenmergzenuwen heeft een mens? |
8 stuks: C1 tm C8 |
|
Hoeveel thoracale ruggenmergzenuwen heeft een mens? |
12 stuks: T1 tm T12 |
|
Hoeveel lumbale ruggenmergzenuwen heeft een mens? |
5 stuks: L1 tm L5 |
|
Hoeveel Sacrale ruggenmergzenuwen heeft een mens? |
5 stuks: S1 tm S5 |
|
Hoeveel stuitbeen ruggenmergzenuwen heeft een mens? |
1 stuks |
|
Hoe noem je een abnormaal gebogen houding? |
Decorticale houding |
|
Hoe noem je een abnormaal gestrekte houding? |
Decerebrale houding |
|
Wat is de normale ademhalingsfrequentie van een volwassene? |
12 tot 18 ademhalingen per minuut |
|
Wat is de normale ademhalingsfrequentie van een kind (2 tot 12 jaar)? |
20 tot 30 ademhalingen per minuut |
|
Wat is de normale ademhalingsfrequentie van een kind (13 tot 17 jaar)? |
12 tot 20 ademhalingen per minuut |
|
Wat is normale zuurstofsaturstie bij een mens? |
95% |
|
Hoe heet een verlamming aan beide kanten onder een bepaalde horizontale grens? |
Dwarslaesie |
|
Hoe word een volledige verlamming van een lichaamshelft genoemd? |
Hemiplegie |
|
Hoe word een onvolledige verlamming van een lichaamshelft genoemd? |
Hemiparese |
|
Als het bloed te zuur is, hoe word dit genoemd? |
Acidemie |
|
Te weinig CO2 in het bloed |
Hypocapnie |
|
Bloed wat te basisch is |
Alkalose |
|
Hoe klinkt een gezonde lever bij percussioneren? |
Dof |
|
Hoe klinken gezonde longen bij percussioneren? |
Resonerend |
|
Bij gebruik stethoscoop: waarmee beluister je hoge tonen? |
Het membraam |
|
Bij gebruik stethoscoop: waarmee beluister je lage tonen? |
De kelk |
|
Bij gebruik stethoscoop: dient de kelk licht of stevig op huid gedrukt te worden? |
Licht |
|
Hoe noem je het gebruik van een stethoscoop bij onderzoek? |
Auscultatie |
|
Bij gebruik stethoscoop: dient het membraam licht of stevig op de huid geplaatst te worden? |
Stevig |
|
Wat voor geluid geven spieren bij auscultatie? |
Vlak |
|
Wat is corneareflex? |
Knipperreflex van de ogen |
|
Gele vlekken op het trommelvlies duiden op? |
Middenoorinfectie |
|
|
Schuine fissuren |
|
|
Onderste kwabben |
|
|
Bovenste kwabben |
|
Hyperpneu |
Afwijkende toename van de diepte en frequentie van de adembewegingen |
|
Biotademhaling |
Snelle, diepe adembewegingen worden abrupt onderbroken |
|
Kussmaulademhaling |
Diepe, hijgende ademhaling. Poging koolstofdioxide uit te ademenen als respirstoire compensatie voor metabolisme acidose |
|
Cheyene-Stokes |
Perioden van apneu doen zich gedurende de hele cyclus voor. Adembewegingen worden dieper en sneller dan normaal, gevolgd door lagere frequentie, en het verergert tot perioden van apneu die 15 tot 60 seconden kunnen duren |
|
Welke 7 typen ademhalingen onderscheiden we? |
1. Apneu 2. Hyperpneu 3. Biotademhaling 4. Kussmaulademhaling 5. Bradypneu 6. Tachypneu 7. Cheyne-Stokes |
|
War word er beoordeeld bij het voelen van de pols? |
1. Slagen per minuut 2. Regelmaat van de slagen 3. De vulling 4. Gelijkmatigheid en spanning van de slagen |
|
Café-au-lait vlekken bij kinderen duiden op? |
Neurofibromatose |
|
Wat betekent cataract? |
Vertroebeling van de ooglens |
|
Paraplegie |
Verlamming van de benen of het onderste gedeelte van het lichaam |
|
Tetraplegie/quadriplegie |
Verlamming van armen en benen |
|
MRC schaal |
Medical Reasearch Council |
|
Wat meet je met de MRC? |
Spierkracht |
|
Respiratoire acidose |
Hypoventilatie (verlaagd ademvolume) |
|
Respiratoire alkalose |
Hyperventilatie (overmatige ademhaling) |