Turkse den
Turkse den IUCN-status: Niet bedreigd[1] (2011) | |||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Taxonomische indeling | |||||||||||||||
| |||||||||||||||
soort | |||||||||||||||
Pinus brutia Ten. (1811) | |||||||||||||||
Afbeeldingen op Wikimedia Commons | |||||||||||||||
Turkse den op Wikispecies | |||||||||||||||
|
De Turkse den (Pinus brutia) is een dennensoort uit het oostelijke Middellandse Zeegebied. De boom groeit het meest in Turkije, maar ook op de Oost-Egeïsche eilanden van Griekenland, in Iran, Georgië , Azerbeidzjan, het noorden van Irak, West-Syrië, Libanon en Cyprus. De Turkse den wordt in Turkije vanwege het hout gekweekt. De soort staat op de Rode Lijst van de IUCN geklasseerd als 'niet bedreigd'.[1]
Beschrijving
[bewerken | brontekst bewerken]De Turkse den bereikt een hoogte van 20 tot 35 meter en een maximale stamdikte van 1 meter. De schors is oranje-rood, dik en diep gespleten aan de voet van de stam, en dun en schilferig in de kroon. De naalden groeien in paren en zijn 10-16 cm lang. De kegels zijn 6 tot 11 cm lang en gemiddeld 4,5 cm breed. De kegels rijpen in 24 maanden tijd van groen naar glanzend rood-bruin. Daarna gaan ze langzaam open en laten hun zaden vallen.
De Turkse den is nauw verwant aan de aleppoden, de Canarische den en de zeeden.
Ondersoorten
[bewerken | brontekst bewerken]De Turkse den telt enkele ondersoorten en variëteiten:
- Pinus brutia subsp. brutia var. brutia
- Pinus brutia subsp. brutia var. pityusa
- Pinus brutia subsp. brutia var. stankewiczii
- Pinus brutia subsp. brutia var. pendulifolia
- Pinus brutia subsp. eldarica