krabben
Uiterlijk
- krab·ben
- In de betekenis van ‘de nagels over iets heen halen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1400 [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
krabben |
krabde |
gekrabd |
zwak -d | volledig |
krabben
- overgankelijk met de nagels bewerken
- overgankelijk, (scheepvaart) het niet hechten, maar over de bodem kruipen van een scheepsanker
- Ondanks de lange ankerketting, krabt het anker nog steeds.
- de rug krabben
- achter de oren krabben
- afkrabben, bekrabben, doorkrabben, inkrabben, omkrabben, openkrabben, opkrabben, schoonkrabben, terugkrabben, uitkrabben, wegkrabben
1. met de nagels bewerken
1. de rug krabben
|
1. krabben van anker
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | krabben | |
verkleinwoord |
de krabben mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord krab
- meervoudsvorm als officiële benaming (kreeftachtigen) Brachyura een groep van kreeftachtige dieren die behoren tot de orde tienpotigen (Decapoda). De wetenschappelijke naam Brachyura betekent letterlijk korte staart en verwijst naar het onder het buikschild geklapte achterlijf, waardoor krabben in tegenstelling tot andere kreeftachtigen geen zichtbare staart hebben
- [2] erwtenkrabbetjes, helmkrabben, spinkrabben, strandkrabben, wolkrabben, zwemkrabben
- [2] blaasjeskrab, blauwpootzwemkrab, cirkelronde krab, columbuskrab, Chinese wolhandkrab, fluwelen zwemkrab, gebochelde spinkrab, gegroefde zwemkrab, gemarmerde zwemkrab, gestekelde sponspootkrab, gewimperde zwemkrab, gewone hooiwagenkrab, gewone spinkrab, gewone zwemkrab, gladde kiezelkrab, gladde sponspootkrab, grijze zwemkrab, grote hooiwagenkrab, grote mangrovekrab, hoekige krab, Japanse reuzenkrab, kleine hooiwagenkrab, kleine kiezelkrab, kleine zwemkrab, kokerwormkrabbetje, krombekhooiwagenkrab, mangrove-boomkrab, nagelkrabje, noordzeekrab, ovaalronde krab, penseelkrab, rode spinkrab, ruig krabbetje, ruwe kiezelkrab, sikkelhooiwagenkrab, spookkrabben, wenkkrabben, wratoogkrab, zuiderzeekrabbetje
- degenkrabben
- Atlantische degenkrab, degenkrab, kokoskrab, rode koningskrab, spinkrab, spookkrab, wenkkrab, zwemkrab
- afkrabben, bekrabben, doorkrabben, inkrabben, omkrabben, openkrabben, opkrabben, schoonkrabben, terugkrabben, uitkrabben, wegkrabben
- krabbenbuizerd, krabbenfluiter, krabbenslang
- blinkende krabspin, Cambridges krabspin, gestreepte krabspin, gewone krabspin, groene krabspin, Kempelins krabspin, Kochs krabspin, krabbenbuizerd, krabbenfluiter, krabbenslang, platte krabspin, stompe krabspin
- gekrab, krab af, krab open, krab uit, Krabbe, krabbedieven, krabbedraaier, krabbehuisje, krabbejas, krabbekat, krabbekop, krabben af, krabben open, krabben uit, Krabbendam, Krabbendijke, krabbenduiker, krabbeneter, krabbengang, krabbenhaak, krabbenhond, krabbenklauw, krabbenkwaad, krabbenmand, krabbenmentaliteit, krabbennet, krabbenpoot, krabbensaus, krabbenschaar, krabbenscheer, krabbenstruik, krabbenton, krabbenuil, krabbenvet, krabbenvisserij, krabbenvlinder, krabbenzak, krabbenzakje, krabbenzakjes, krabber, krabbing, krabburger, krabcocktail, krabcode, krabeter, krabiet, krabijzer, krablot, krabnevel, krabpaal, krabplank, krabplevier, krabplevieren, krabpoten, krabreiger, krabsalade, krabschuit, krabsel, krabsla, krabspin, krabspinnen, krabspoor, krabster, krabstick, krabstrook, krabvisserij, krabvlees, krabvogel
- Het woord krabben staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "krabben" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "krabben" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ krabben op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 7
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands
- Overgankelijk werkwoord in het Nederlands
- Scheepvaart in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Zelfstandignaamwoordsvorm in het Nederlands
- Meervoudsvorm binnen nomenclatuur in het Nederlands
- Kreeftachtigen in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 100 %
- Prevalentie Vlaanderen 100 %