krabpaal
Uiterlijk
- krab·paal
- samenstelling van krabben ww en paal zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | krabpaal | krabpalen |
verkleinwoord |
de krabpaal m
- "speelgoed" voor katten, dat uit een dikke paal of meerdere palen bestaat die bekleed is/zijn met een stuk ruw tapijt of omwikkeld met een stuk touw en waaraan de kat zijn nagels kan scherpen door te krabben
- Een krabpaal, een krabmuur, kerstballen, touwspelletjes en een voertoren. De hal bij Jolanda thuis is omgedoopt tot kittenhal. [1]
- Zijn vrouw Leen bestiert daar een poezenpension. "Zoals een gewoon hotel, maar dan voor katten. Ge betaalt per nacht. Op de eerste verdieping zijn er standaardkamers met een gezamenlijke speelkamer. De luxe kamers bevinden zich op de tweede etage. Dat zijn grote kotten met een heel grote krabpaal. En een zetel waarin de poes kan liggen." [2]
- En die krabpaal in de keuken, die is voor de kat die al vier weken niet is thuis geweest. 'En dat terwijl ik net een luikje had gemaakt.' [3]
- Het woord krabpaal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "krabpaal" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
94 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Tubantia 4 januari 2017 Katjes uit Wierden en omstreken snel weer op ‘eigen pootjes’
- ↑ Tubantia A. Gelder 10 januari 2017 'Een goede appelmoesgrap maken, valt niet mee'
- ↑ Tubantia D. Wijnand de Jong 11 januari 2017 Neutraal Moresnet: het voormalige vierlandenpunt
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be