varen
Uiterlijk
- va·ren
- [A] erfwoord, via Middelnederlands varen van Oudnederlands faran, in de betekenis van ‘over water gaan (in of van een vaartuig)’ voor het eerst aangetroffen in 901 [1][2][3]
|
- [B] via Middelnederlands varen "vrezen" van Oudnederlands fêrron "verbazen", cognaat met Engels fear ww [4][5]
- [C] via Middelnederlands varen van Oudnederlands farn [6][7]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
varen |
voer ww (vaarde) * |
gevaren ww |
klasse 6
zwak -d
|
volledig |
[A] varen
- (scheepvaart) zich in een vaartuig voortbewegen
- Het schip vaart de haven uit.
- ▸ Was hun koning, Willem de Veroveraar, niet tijdens een geweldige storm, dankzij de heilige Nicolaas, veilig van Normandië naar Engeland gevaren? Want Nicolaas was in staat de wind en de onstuimige kracht der golven te doen bedaren![8]
- (verouderd), (Vlaanderen, Limburg) zich voortbewegen
- Hij voer ten hemel.
- Jan, Jan, Dubbele Jan, waar zijde gij heen gevaren?[9]
- (verouderd) gezegd van iemands gesteldheid in het algemeen
- Hoe vaart gij nu, mijn kind?[10]
- (Limburg) autorijden[11]
-
1. De S/V Rembrandt van Rijn vaart door de Disco-baai in Groenland.
-
1. Reddingswerkers varen in een rubberboot door overstroomde straten.
- Als verleden tijd van varen in de betekenis "voortbewegen (over water)" is vaarde in het Middelnederlands al aangetroffen, maar voer is altijd meer gangbaar geweest[12]. Van Dale's Groot Woordenboek van de Nederlandse Taal[13] en het Groene Boekje[14] vermelden alleen voer, maar andere bronnen als de Algemene Nederlandse Spraakkunst [15], de Nederlandse Taalunie [16] en Onze Taal[17] geven aan dat vaarde soms ook voorkomt.
- Betekenis 1 heeft zich als gevolg van semantische verenging ontwikkeld uit de oudere betekenis 2 en is thans de hoofdbetekenis.
Ergens voordeel van hebben
Ergens van afzien / Iets laten voor wat het is
Wat bezielt hem ineens? (negatief)
|
|
|
2. zich voortbewegen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
varen |
vaarde |
gevaard |
zwak -d | volledig | B |
[B] varen
- (verouderd), onpersoonlijk onwennig voorkomen, niet meevallen
- Het vaarde hem al te zeer; de eerste, dikke waterstraal uit de bronne was uitgeloopen, en weinig versch water uit den schoot der aarde kwam toe om haar te voeden.[18]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | varen | varens |
verkleinwoord | varentje | varentjes |
- (plantkunde) Pteridophyta een sporenplant
- De grond in het bos was bedekt met prachtige varens.
-
Varens in een botanische tuin
-
Onder het blad van deze varen zijn de sporen zichtbaar
|
1. een sporenplant
- Het woord varen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "varen" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[19] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ varen op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "varen" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ varen op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ varen op website: Etymologiebank.nl
- ↑ “Het hele jaar rond: van Sinterklaas tot Sintemaarten” (1973), Lemniscaat , p. 10
- ↑ liedjeskist.nl
- ↑ Volledig dichtwerk, Guido Gezelle,p. 270
- ↑ Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 1909, dbnl.org
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Boon, Ton den & Rudi Hendrickx(red.), Van Dale: Groot woordenboek van de Nederlandse taal, 15e druk, 3 delen, Utrecht/Antwerpen: Van Dale Uitgevers, 2015; ISBN 9789460772221; p. 4197
- ↑ varen op woordenlijst.org
- ↑ Weblink bron W. Haeseryn“2.3.5.3.i.1 Twee verschillende klinkers”, h op e-ans.ivdnt.org (Algemene Nederlandse Spraakkunst)
- ↑ Werkwoorden met een zwakke en een sterke vervoeging (algemeen), tabel onder 1.2 op website: taaladvies.nl
- ↑ Sterke werkwoorden op website: OnzeTaal.nl
- ↑ Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 1909, dbnl.org
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
- va·ren
varen, g
- bepaalde vorm nominatief enkelvoud van vare
- varen in: Det Danske Sprog- og LitteraturselskabDen Dankse Ordbog op website:ordnet.dk
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 5
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 2 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Erfwoord in het Nederlands
- Sterk werkwoord klasse 6 in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands
- Gemengd werkwoord in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands
- Scheepvaart in het Nederlands
- Verouderd in het Nederlands
- Onpersoonlijk werkwoord in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Plantkunde in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 99 %
- Woorden in het Deens
- Woorden in het Deens van lengte 5
- Zelfstandignaamwoordsvorm in het Deens