vordering
Uiterlijk
- vor·de·ring
- Naamwoord van handeling van vorderen met het achtervoegsel -ing
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vordering | vorderingen |
verkleinwoord | vorderingetje | vorderingetjes |
de vordering v
- een voortgang, vooruitgang, progressie
- ▸ Ik leunde tegen de rotswand en volgde gespannen zijn vorderingen.[1]
- het opeisen van goederen of middelen
- eis
- ▸ Het inspectierapport, dat onder meer concludeert dat er sprake is van financieel wanbeheer op de school, vormt de belangrijkste onderbouwing voor Slobs vordering dat het bestuur moet opstappen.[2]
- beslaglegging (2)
- claim (2)
- eis (2)
- progressie (1)
- voortgang (1)
- vooruitgang (1)
- geldvordering, ontnemingsvordering, rechtsvordering, schadevordering, schuldvordering, strafvordering
- rekwisitie (2)
1. vooruitgang, progressie
2. opeisen
- Het woord vordering staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "vordering" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Weblink bron Tjerk Gaulthérie van Weezel en Rik Kuiper“Gerechtshof brandt vingers niet aan inspectierapport over Haga Lyceum” (24 december 2019), de Volkskrant
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 9
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Achtervoegsel -ing in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 99 %