werken
Uiterlijk
- wer·ken
erfwoord, in de betekenis ‘arbeiden’ aangetroffen vanaf 901 [1] [2] [3]
|
|
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
werken |
werkte |
gewerkt |
zwak -t | volledig | 1.-3. |
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
werken |
wrocht |
gewrocht |
zwak -cht | volledig | 4. |
werken
- inergatief arbeid verrichten, lichte vorm van zwoegen en daarmee een resultaat proberen te bewerkstelligen en geld verdienen
- ` Misschien moet je eens gaan werken', riep hij me na. De trein reed te snel weg om hem iets ad rems toe te schreeuwen. Van Arnhem tot Parijs spookte zijn opmerking door mijn hoofd. Ik wenste dat Stan op zijn bed was blijven liggen of was gaan werken. [4]
- ▸ Toch voelde het voor mij niet als een eeuwigheid, wat zijn immers zes maanden op een mensenleven? Na twintig jaar hard werken in glimmende kantoorgebouwen had ik behoefte aan meer natuur en avontuur.[5]
- ▸ Omdat daar geen bruggenbouw mogelijk was geweest in de wintertijd. Dan moest je je uitsluitend bezighouden met het werken aan de tunnels.[6]
- inergatief functioneren, draaien
- Die machine werkt niet.
- inergatief, onpersoonlijk een gunstig gevolg hebben
- Die oplossing kan nooit werken.
- (verouderd) iets groots tot stand brengen
- ▸ En zij, uitgegaan zijnde, predikten overal, en de Heere wrocht mede, en bevestigde het Woord door tekenen, die daarop volgden.[7]
- ▸ ⧖ Gelijk men zegt: ‘Ik zoek, ik zocht,
Ik breng, ik brocht,’
Zoo zei men ook: ‘Ik werk, ik wrocht,’
Zoolang het volk zijn taal verstond.
Thans hoor ik, uit geleerden mond:
‘Ik wrocht, ik wrochtte, heb gewrocht’....
Nu ja! - een wangedrocht![8]
- De vervoeging met "-ocht" uit het Middelnederlands is in het algemeen bruikbaar Nederlands verdrongen door de gewone vervoeging met '"-te", maar zij is in sommige streken en/of betekenissen langer in gebruik gebleven.
- Doordat "wrochten" niet meer als verleden tijd van "werken" werd herkend, werd het zelf weer als onbepaalde wijs opgevat.
- Dat werkt niet
Dat heeft niet het beoogde effect, dat schiet zijn doel voorbij
- In de hand werken
Ertoe bijdragen dat iets erger wordt
- Loon naar werken krijgen
Loon krijgen dat in overeenstemming is met de verrichte hoeveelheid werk (ook: Loon naar werk krijgen)
- Op de zenuwen werken
Nerveus maken, zenuwachtig maken
- Werken zolang het dag is
Werken zo lang iemand kan
De onderstaande uitdrukkingen zijn allemaal varianten op "heel hard werken"
- Werken als een paard
- Zich de tandjes werken
- zich de rambam werken
- Zich een slag in de rondte werken
- Zich het apelazarus werken
- Zich het apezuur werken
- zich het lebbes werken
- Zich het schompes werken
- Zich het snot voor de ogen werken
|
1. arbeid verrichten, lichte vorm van zwoegen
|
|
2. functioneren, draaien
de werken mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord werk
- Het woord werken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "werken" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[9] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ werken (arbeiden) op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "werken" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Sandes, DavidDe wondermethode 2006 ISBN 9044509543 pagina 109
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“Kop in het zand” (2015), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044628142
- ↑ Weblink bron “Evangelie van Marcus 16:20” op statenvertaling.net
- ↑ Nicolaas BeetsQuerulianum. in: Nog eens najaarsbladen. Gemengde gedichten, 1880-1884 (1884), A.W. Sijthoff, Leiden, p. 80
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
stamtijd | |||
---|---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd | voltooid deelwoord | |
enkelvoud | meervoud | ||
werken | wrocht wracht |
wrochten wrachten |
gewrocht gewracht |
zwak | volledig |
- van Oudnederlands wirken [1] [2]
werken
- inergatief werken
- overgankelijk verrichten
- overgankelijk maken, tot stand brengen
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 6
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 2 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Erfwoord in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-t) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-cht) in het Nederlands
- Inergatief werkwoord in het Nederlands
- Onpersoonlijk werkwoord in het Nederlands
- Verouderd in het Nederlands
- Zelfstandignaamwoordsvorm in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 100 %
- Prevalentie Vlaanderen 100 %
- Woorden in het Middelnederlands
- Woorden in het Middelnederlands van lengte 6
- Werkwoord in het Middelnederlands
- Zwak werkwoord in het Middelnederlands
- Inergatief werkwoord in het Middelnederlands
- Overgankelijk werkwoord in het Middelnederlands